Rikus was niet de enige die terugverlangde naar Ommen. Ook mijn opa had op latere leeftijd een seizoensplek op een camping vlakbij Ommen. Alsof hij dicht in de buurt wilde zijn van de plek waar hij zoveel had meegemaakt.
In 1948 kwam het terrein van het voormalige concentratiekamp Erika in handen van Stichting Vacantievreugd. Kamp Erika werd een vakantiepark en is dat altijd gebleven.
‘Ik kon het gewoon niet. Dan liep ik vol en sloeg ik dicht. Het is zo gruwelijk als je het weer voor ogen krijgt. Ik heb van alles meegemaakt, onmenselijke dingen. Het verwondert mij elke dag dat ik hier nog zit.’
In het laatste jaar van de oorlog, toen zowel Rikus als mijn opa er zaten, was Kamp Erika een strafkamp voor verdachten uit het verzet, voor overtreders van de distributiewetten en voor iedereen die verdacht werd van illegale praktijken. De gevangenen waren vaak jong, niet ouder dan begin twintig. Een enkeling was nog maar zestien.
Vanaf zijn woonplaats Zwolle is het ongeveer vijfentwintig kilometer naar Kamp Erika. Rikus en ik rijden dezelfde route die hij aflegde als gevangene.
In de jaren twintig was de locatie van het latere Kamp Erika in gebruik als spiritueel centrum van ‘De orde van de Ster’, onder leiding van de Brits-Indiase filosoof Krishnamurti. Vanuit alle windstreken trokken kleurrijke types naar het kleine en behouden provincieplaatsje Ommen. Er werd een kamp gebouwd, met een keuken, sanitair en allerlei houten gebouwen om in te overnachten.
Toen de Duitsers in de meidagen van 1940 Nederland binnenvielen, werd het spirituele centrum al snel opgedoekt. De voormalige Duitse paardenslager Werner Schwier zag de mogelijkheden van een compleet ingericht kamp niet ver van de grens met Duitsland. Hij doopte de plek Arbeitseinsatzlager Erika, liefkozend verwijzend naar de Duitse naam voor heidebloem.