Van concentratiekamp tot camping


Dit is het tweede verhaal uit een serie beeldverhalen over mijn zoektocht naar de geschiedenis van het vrijwel vergeten Duitse concentratiekamp Erika. Hester den Boer

In 1948 kwam het terrein van het voormalige concentratiekamp Erika in handen van Stichting Vacantievreugd. Kamp Erika werd een vakantiepark en is dat altijd gebleven. 
Samen met Rikus van Heerde ga ik naar Ommen. Rikus heeft in Kamp Erika gevangen gezeten in de laatste maanden van de oorlog. Dat is in dezelfde periode als mijn opa daar zat. Er is een grote kans dat ze elkaar ontmoet hebben. Maar Rikus kan zich dat niet herinneren. Het is te lang geleden.


Praten over zijn oorlogservaringen heeft Rikus altijd zoveel mogelijk vermeden.

‘Ik kon het gewoon niet. Dan liep ik vol en sloeg ik dicht. Het is zo gruwelijk als je het weer voor ogen krijgt. Ik heb van alles meegemaakt, onmenselijke dingen. Het verwondert mij elke dag dat ik hier nog zit.’


In het laatste jaar van de oorlog, toen zowel Rikus als mijn opa er zaten, was Kamp Erika een strafkamp voor verdachten uit het verzet, voor overtreders van de distributiewetten en voor iedereen die verdacht werd van illegale praktijken. De gevangenen waren vaak jong, niet ouder dan begin twintig. Een enkeling was nog maar zestien.









Beeld: © OudOmmen.nl
Voor Rikus begon de nachtmerrie in december 1944, hij was toen achttien jaar. Rikus had een valse Ausweis, een document dat je vrijstelt van de tewerkstelling in Duitsland. Toen hij over de Diezerkade in Zwolle naar zijn werk liep, werd zijn Ausweis gecontroleerd. Ze zagen gelijk dat die niet klopte en hij werd gearresteerd. Samen met een groep van ongeveer negentig jongens moest hij lopend in kolonne naar Kamp Erika.

Vanaf zijn woonplaats Zwolle is het ongeveer vijfentwintig kilometer naar Kamp Erika. Rikus en ik rijden dezelfde route die hij aflegde als gevangene.



In de jaren twintig was de locatie van het latere Kamp Erika in gebruik als spiritueel centrum van ‘De orde van de Ster’, onder leiding van de Brits-Indiase filosoof Krishnamurti. Vanuit alle windstreken trokken kleurrijke types naar het kleine en behouden provincieplaatsje Ommen. Er werd een kamp gebouwd, met een keuken, sanitair en allerlei houten gebouwen om in te overnachten.

© Krishnamurti Foundation Trust
Toen de Duitsers in de meidagen van 1940 Nederland binnenvielen, werd het spirituele centrum al snel opgedoekt. De voormalige Duitse paardenslager Werner Schwier zag de mogelijkheden van een compleet ingericht kamp niet ver van de grens met Duitsland. Hij doopte de plek Arbeitseinsatzlager Erika, liefkozend verwijzend naar de Duitse naam voor heidebloem.

Links vooraan: Werner Schwier. © Nationaal Archief
Na de oorlog werd een deel van de barakken afgebroken. Maar de campingkeuken werd ingericht op de plek van de kampkantine, net zoals het magazijn en het sanitair (gemoderniseerd en herbouwd) hun functie behielden. Tot op de dag van vandaag…



De voormalige woningen van de bewakers werden verhuurd als vakantiebungalow.

Tegelijkertijd werden alle sporen die nog herinnerden aan Kamp Erika zoveel mogelijk gewist, vertelt de voormalige campingeigenaar.
‘Toen ik in 1974 hier voor het eerst kwam stonden de oude barakken en gebouwen uit de kamptijd er nog. Het was geen gezicht, het was bijna geen vakantiepark te noemen. Zelfs de bunker waar de gevangenen werden gemarteld was nog intact. Dat hoort niet bij een recreatiepark. Ik heb daarom alles meegegeven met het grofvuil.’  

De commandantswoning, waar kampcommandant Schwier woonde, ging ook tegen de vlakte.
bungalow: © OudOmmen.nl
























Nog steeds is op het campingterrein geen enkel informatiebordje over Kamp Erika te vinden.




Het enige monumentje staat 1,5 kilometer verderop, verborgen midden in het bos, aan een pad dat voorheen de toegangsweg was naar het kamp. Aan de doorgaande weg staat geen bord dat hiernaar verwijst. In 2020 is het monument vernieuwd.

Links: het oude monument, rechts: het nieuwe monument




In 2020 was er een kleine doorbraak: de lokale kunstenaar Corine Aalvanger maakte een kunstwerk ter herinnering aan Kamp Erika op de camping zelf.





Er was echter één voorwaarde...
Het kunstwerk mocht niet zichtbaar zijn, om de campinggasten niet met het verleden te confronteren.

Aalvanger markeerde de contouren van het kamp met grote letters die samen het woord ’ERIKA’ vormen. De letters zijn verticaal ingegraven, zodat ze maar twintig centimeter boven de grond uitsteken. Ze zijn verborgen, net als de geschiedenis van het kamp.  




Toch, als je goed zoekt zijn er nog sporen te vinden. In het bos naast de caravans is ‘de kogelvanger’ zichtbaar, als een u-vormige verhoging van de grond. Hier konden de bewakers oefenen met schieten. 

Het is voor Rikus van Heerde niet de eerste keer dat hij teruggaat naar Ommen, het stadje waar hij gevangenzat. Toen Rikus en zijn vrouw te oud werden om in het buitenland op vakantie te gaan, zochten zij een seizoensplek in Nederland. Het werd een camping in Ommen. Niet op de camping waar het kamp was, maar er wel vlakbij. Ommen kreeg steeds meer een aantrekkingskracht op Rikus.




Rikus was niet de enige die terugverlangde naar Ommen. Ook mijn opa had op latere leeftijd een seizoensplek op een camping vlakbij Ommen. Alsof hij dicht in de buurt wilde zijn van de plek waar hij zoveel had meegemaakt.
Sterker nog, in het familiearchief vind ik een oude vakantiefoto uit 1958. Op de achterkant staat: op de camping in Ommen. Mijn opa kampeerde met zijn hele gezin precies op de plek van het kamp. Met zijn gezin dat van niets wist, maar wel te lijden had onder zijn woedeaanvallen.

Zelfs zijn vrouw had geen idee dat haar man in Kamp Erika gevangen had gezeten.


















Het gebeurde vaker dat oud-gevangenen kwamen kamperen op deze camping. Traumapsycholoog Inez Schelfhout legt uit hoe dat kan:

‘Door een traumatische ervaring kunnen mensen zich vervreemd voelen van hun omgeving. De ander kan immers nooit echt begrijpen wat je hebt meegemaakt. En je stompt je emoties af om de heftige herinneringen te onderdrukken. Een trauma kan zo de emotionele binding met je gezin in de weg staan.’


‘Als je terugkeert naar de plek van het trauma kan dat een poging zijn om toch die emotionele verbinding te maken. Om iets te voelen en van daaruit een connectie te maken met je dierbaren. Dat kan ook zonder erover te praten.’ 
Voor de verwerking van een trauma is volgens traumapsycholoog Schelfhout de erkenning dat iets echt heeft plaatsgevonden heel belangrijk.
‘Als die erkenning er niet is en de herinnering eraan wordt weggevaagd, dan is dat heel heftig voor het slachtoffer. Het voelt dan alsof alles wat je hebt meegemaakt er niet meer mag zijn. Het trauma wordt zo losgekoppeld van je levensverhaal, waardoor je het niet kunt verwerken.



















Rikus begrijpt wel dat er nu een camping is, de tijd gaat immers door. Maar hij vindt het heel erg dat ze de toegangspoort hebben weggehaald. 








‘De poort hadden ze moeten laten staan. Nu is er niks meer wat aan het kamp herinnert.

Alsof het nooit is gebeurd.’






Dit is het tweede verhaal uit een serie beeldverhalen over de zoektocht naar de geschiedenis van het vrijwel vergeten Duitse concentratiekamp Erika.

Verder lezen? Ga direct door naar het derde beeldverhaal Een Nederlands kamp.

De beeldverhalen zijn verbonden met het boek Kamp Erika, het oorlogsverhaal van mijn opa en het Nederlandse kamp dat verzwegen werd (Atlas Contact 2023), door Hester den Boer.
Tekst, fotografie, video, audio en samenstelling beeldverhalen
   Hester den Boer (tenzij anders vermeld)

Video van Rikus van Heerde op de camping en bij hem thuis
   Wendy Oakes 

Dronebeelden
    Jan den Boer

Vormgeving
   Mischa Appel/HouseTMM

Conceptontwikkeling beeldverhalen
   Mischa Appel/HouseTMM, Hester den Boer, Heleen Peeters

Eindredactie beeldverhalen
    Heleen Peeters

Corrector
   Kevin van Vliet