Dit is een van de weinige bewaard gebleven foto’s van Kamp Erika. Een intrigerend beeld, de Ommenaren die toekijken hoe de gevangenen langslopen.
Hier zie je een groep gevangenen bij de boerderij van de Ommerse Arend Winkels, in 1943. Links achteraan staat een bewaker van Kamp Erika.
Dieks woonde zijn hele leven in de boerderij waar hij als kind opgroeide. De gevangenen werden niet op de boerderij bij hem thuis tewerkgesteld, maar wel bij boeren in de omgeving.
Maar de boeren waren niet de enigen die profiteerden. Ook de middenstand deed zaken met het kamp. In het archief van het NIOD vind ik de offerte voor zeven ‘kleine barakken’, die het Ommense aannemersbedrijf en houthandel Gebroeders van Aalderen in opdracht van het kamp bouwde midden in de justitieperiode, de meest dodelijke periode van het kamp.
En zo waren er vele voorbeelden meer…
‘Ik heb nooit gemerkt dat de bevolking van Ommen echt begaan met hen was. Het was gewoon zo, dan moesten ze maar geen zwarthandel drijven,’
vertelde een Ommenaar die de oorlog meemaakte daarover.
Ook oud-gevangene Vereiken beschrijft in het boek Nederland gedenk de onverschilligheid bij de Ommenaren. Toen hij in 1943 naar Kamp Erika werd gestuurd en per trein aankwam in Ommen viel hem een ‘scherp contrast’ op tussen de gevangenen en de toeristen die het stadje toen blijkbaar al aantrok.
‘De mensen schenen al aan dergelijke taferelen gewend te zijn, want men keurde ons geen blik waardig.’
Rikus, die aan het eind van de oorlog in Kamp Erika gevangen zat, kwam op latere leeftijd regelmatig in Ommen. Hij bracht daar samen met zijn vrouw de zomers door op een camping.
‘Een hele ploeg bewakers uit Kamp Erika kwam binnengestormd terwijl wij aan het dansen waren. Het ging met veel geschreeuw en geweld en ze sloegen de hele boel kort en klein. De jongens werden naar Kamp Erika gebracht. We hadden onze danskleding nog aan.’
‘Mensen weten nog steeds niet wat voor kamp het was, ze weten niet wat zich daar heeft afgespeeld. En ze hebben er vaak ideeën over die niet kloppen. Ik heb geen zin om het steeds uit te leggen.’
In Ommen is de geschiedenis van Kamp Erika ook nu nog gemakkelijk te missen. Er is een eenvoudig monumentje, een paar jaar geleden is dat zelfs vernieuwd, maar dat ligt op anderhalve kilometer van de plaats van het kamp verwijderd, verscholen in het bos. Je moet er toevallig langslopen om het te vinden.
Zelfs bij het toeristeninformatiepunt, waar folders te verkrijgen zijn van zowat elke bezienswaardigheid in en rondom Ommen, ligt geen informatie over Kamp Erika of over het monument. Ommen profileert zich bovenal als een toeristische trekpleister waar je heerlijk kan recreëren aan de rivier De Vecht.
In het streekmuseum is wel een bescheiden hoekje ingericht over het kamp. Maar een museum gewijd aan Kamp Erika is er niet, laat staan een herinneringscentrum.
Eén voorwerp dat in het museum ligt springt eruit: de vermeende knuppel van kampcommandant Lodewijk Diepgrond.
Diepgrond hield ook na de oorlog een bijzondere band met Ommen. Na de bevrijding werd hij tot twintig jaar gevangenschap veroordeeld, maar in 1957 kwam hij al vervroegd vrij. Toen gebeurde het onvoorstelbare: van alle plekken waar de voormalige kampcommandant kon gaan wonen, wees de reclassering hem een woning toe in Ommen, waar hij met zijn nieuwe vrouw en dochter tot 1963 bleef.
Hij vestigde zich met zijn gezin in een woning vlakbij het centrum. ‘Diepgrond werkte buiten Ommen en kwam elke avond aan met de trein. Dan liep hij vanaf het station naar huis. Hij kon gewoon door Ommen lopen zonder dat iemand hem wat aandeed. Hij was een trotse man. Hij liep met zijn borst vooruit, alsof niemand hem wat kon maken’, vertelt een Ommenaar daarover die een paar straten verderop woonde.
Mijn opa stond in 1958 op de camping in Ommen, zo staat achter op een vakantiefoto geschreven. Later huurde hij een seizoensplek op een camping niet ver buiten de gemeentegrens.
Liep mijn opa, als hij boodschappen ging doen in de stad, de oud-bewakers Diepgrond of Cloo ook weleens tegen het lijf? Wat deed dat met hem? Zou ook hij snel de straat zijn overgestoken?
Liep mijn opa, als hij boodschappen ging doen in de stad, de oud-bewakers Diepgrond of Cloo ook weleens tegen het lijf? Wat deed dat met hem? Zou ook hij snel de straat zijn overgestoken?
Na de bevrijding opende in heel Nederland de jacht op mensen die geheuld hadden met de Duitsers. 150 000 Nederlanders werden gearresteerd en opgesloten in kampen.
Al snel kwamen er berichten naar buiten dat er in deze kampen, vooral in de eerste maanden, op grote schaal misstanden voorkwamen. Gevangenen werden uitgehongerd, mishandeld en vernederd, soms met dodelijke afloop.
Ook Kamp Erika werd na de oorlog omgevormd tot interneringskamp voor collaborateurs. In deze periode werd de naam veranderd in Kamp Erica, met een c.
De rollen werden letterlijk omgedraaid.
Ook Hendrik Jan Apperloo die aan het eind van de oorlog in Kamp Erika gevangen zat werd na de oorlog bewaker in Kamp Erica. Met zijn oud-bewakers als zijn gevangenen.
Ook hierover werd na de oorlog gezwegen
‘Als kind hield hij altijd zijn rug voor ons verborgen. Wij mochten hem nooit met ontbloot bovenlijf zien. Op een dag zag ik hem naakt in de badkamer. Zijn rug zat vol littekens, het waren lange striemen, als van een zweep.’
Zijn vaders kampverleden bleek extra pijnlijk toen Martin trouwde. Zijn eerste vrouw was een volle nicht van een van de beruchte kampbewakers. Op verjaardagen zaten ze allemaal bij elkaar in de kamer. De familie van de kampbewaker en die van de oud-gevangene.
‘De spanning was altijd om te snijden, maar over het verleden werd niet gesproken.’
Maar toch moest iedereen weer met elkaar verder.
Dit is het vierde verhaal uit een serie beeldverhalen over de zoektocht naar de geschiedenis van het vrijwel vergeten Duitse concentratiekamp Erika.
Dit is tevens het laatste beeldverhaal over Kamp Erika. Hier lees je meer informatie over de geschiedenis van het kamp.
De beeldverhalen zijn verbonden met het boek Kamp Erika, het oorlogsverhaal van mijn opa en het Nederlandse kamp dat verzwegen werd (Atlas Contact 2023), door Hester den Boer.
Dit is tevens het laatste beeldverhaal over Kamp Erika. Hier lees je meer informatie over de geschiedenis van het kamp.
De beeldverhalen zijn verbonden met het boek Kamp Erika, het oorlogsverhaal van mijn opa en het Nederlandse kamp dat verzwegen werd (Atlas Contact 2023), door Hester den Boer.
Tekst, fotografie, video, audio en samenstelling beeldverhalen
Hester den Boer (tenzij anders vermeld)
Video van Rikus van Heerde op de camping en bij hem thuis
Wendy Oakes
Dronebeelden
Jan den Boer
Vormgeving
Mischa Appel/HouseTMM
Conceptontwikkeling beeldverhalen
Mischa Appel/HouseTMM, Hester den Boer, Heleen Peeters
Eindredactie beeldverhalen
Heleen Peeters
Corrector
Kevin van Vliet
Hester den Boer (tenzij anders vermeld)
Video van Rikus van Heerde op de camping en bij hem thuis
Wendy Oakes
Dronebeelden
Jan den Boer
Vormgeving
Mischa Appel/HouseTMM
Conceptontwikkeling beeldverhalen
Mischa Appel/HouseTMM, Hester den Boer, Heleen Peeters
Eindredactie beeldverhalen
Heleen Peeters
Corrector
Kevin van Vliet