Het kamp en de Ommenaren


Dit is het vierde verhaal uit een serie beeldverhalen over mijn zoektocht naar de geschiedenis van het vrijwel vergeten Duitse concentratiekamp Erika. Hester den Boer

Een groep gevangenen marcheert door een straat in Ommen. Ze zijn na een dag dwang­arbeid op de terugweg naar Kamp Erika en lopen voor de kerk en de pastorie langs. Een man hangt uit het raam en kijkt neer op de groep en aan de weg staan nog twee mannen toe te kijken.

Dit is een van de weinige bewaard gebleven foto’s van Kamp Erika. Een intrigerend beeld, de Ommenaren die toekijken hoe de gevangenen langslopen.
© OudOmmen.nl
Ondanks dat Kamp Erika verstopt lag in de bossen, maakte het kamp ook deel uit van de lokale economie van Ommen. Zo werd een deel van de gevangenen tewerkgesteld bij boeren in de omgeving. Voor de boeren betekende dit dat ze beschikking kregen over goedkope arbeidskrachten.


Hier zie je een groep gevangenen bij de boerderij van de Ommerse Arend Winkels, in 1943. Links achteraan staat een bewaker van Kamp Erika.



DIEKS
HORSMAN


1930 - 2021
Inwoner van Ommen


Dieks woonde zijn hele leven in de boerderij waar hij als kind opgroeide. De gevangenen werden niet op de boerderij bij hem thuis tewerkgesteld, maar wel bij boeren in de omgeving. 


‘Ik heb de optochten met gevangenen vaak gezien in het dorp. Ze hielpen bijvoorbeeld met aardappels krabben, met rogge maaien of met het hooien. Voor de boeren was het gunstig. Het waren dan ook zeker niet alleen maar NSB-boeren die hier gebruik van maakten.’


Maar de boeren waren niet de enigen die profiteerden. Ook de middenstan­d deed zaken met het kamp. In het archief van het NIOD vind ik de offerte voor zeven ‘kleine barakken’, die het Ommense aanne­mersbedrijf en houthandel Gebroeders van Aalderen in opdracht van het kamp bouwde midden in de justitieperiode, de meest dodelijke periode van het kamp.

© NIOD archief 250h, inv.no. 1.2.4: Stukken over de bouw van barakken door de firma van Aalderen, 12 december 1942 -  april 1943
Lunchroom en IJssalon Ekkelenkamp, een echt Ommens familie­bedrijf, was tijdens de oorlog een bakkerij, gerund door de inmiddels overleden meneer Ekkelenkamp. Hij beschrijft in zijn memoires hoe hij brood leverde aan het kamp. Ekkelenkamp was niet Duitsgezind, maar in de moeilijke oorlogsperiode kon hij de extra inkomsten goed gebruiken.

En zo waren er vele voorbeelden meer…







De gewenning die er in Ommen al snel insloop is exemplarisch voor het gedrag van mensen in een oorlogssituatie. De gevangenen die in rijendik door de straten liepen konden dan ook niet op veel medelijden rekenen.


‘Ik heb nooit gemerkt dat de bevolking van Ommen echt begaan met hen was. Het was gewoon zo, dan moesten ze maar geen zwarthandel drijven,’ 

vertelde een Ommenaar die de oorlog meemaakte daarover.  




Het gevoel heerste dat de gevangenen hun lot verdiend hadden, ook wel ‘blaming the victim’ genoemd. Het is de menselijke neiging om te denken dat slachtoffers hun ‘slachtofferschap’ aan zichzelf te danken hebben en dat daardoor hun positie gerechtvaardigd is. Het is een psychologisch zelfbeschermingsmechanisme, waardoor mensen in extreme omstandigheden toch hun normale leven kunnen blijven voortzetten.

Ook oud-gevangene Vereiken beschrijft in het boek Nederland gedenk de onverschilligheid bij de Ommenaren. Toen hij in 1943 naar Kamp Erika werd gestuurd en per trein aankwam in Ommen viel hem een ‘scherp contrast’ op tussen de gevangenen en de toeristen die het stadje toen blijkbaar al aantrok.

Aan de ene kant ‘vrolijke vakantiegangers in luchtige kledij, genietend van zon en zomer’, en aan de andere kant de groep gevangenen, ‘bezweet en vuil, met droevige gezichten en afhangende schouders’. Het tafe­reel maakte volgens Vereiken weinig indruk op de omstanders:

‘De mensen schenen al aan dergelijke taferelen gewend te zijn, want men keurde ons geen blik waardig.’
Het idee dat er in Kamp Erika vooral criminelen zaten die hun lot hadden verdiend, in plaats van mensen die om een licht vergrijp buitensporig wreed werden behandeld bleef ook na de oorlog bestaan.

RIKUS VAN
HEERDE


1926 - heden 
Gevangen wegens het ontduiken van de arbeidsinzet
Rikus, die aan het eind van de oorlog in Kamp Erika gevangen zat, kwam op latere leeftijd regelmatig in Ommen. Hij bracht daar samen met zijn vrouw de zomers door op een camping. 
Omdat hij en zijn vrouw zo vaak in Ommen kwamen, leerde hij er uiteindelijk best veel mensen kennen. Rikus vroeg ze weleens naar Kamp Erika, maar steeds viel het hem op dat ze vrijwel niks wisten van wat zich daar had afgespeeld en dat ze er ook niet over wilden praten.
‘Men ging er meestal van uit dat daar alleen mensen zaten die misdaden hadden gepleegd, dat er vooral zwarthandelaren en criminelen hadden gezeten.’






BEREND
NABER


1925 - † 2021
Gevangen wegens het ontduiken van de arbeidsinzet
En dan was er ook nog de kerk. Berend werd in 1945 gearresteerd. Hij hield van dansen en tij­dens de oorlog organiseerde hij in Dedemsvaart (gelegen vlakbij Ommen) in het diepste geheim een dansclub. Totdat ze op een dag werden verraden.

‘Een hele ploeg bewakers uit Kamp Erika kwam binnengestormd terwijl wij aan het dansen wa­ren. Het ging met veel geschreeuw en geweld en ze sloegen de hele boel kort en klein. De jon­gens werden naar Kamp Erika gebracht. We hadden onze danskleding nog aan.’
‘Na de oorlog wilde mijn moeder niets horen van mijn tijd in het kamp. Mijn ouders waren heel erg christelijk, net als eigenlijk iedereen hier. En daar lag wat betreft mijn arrestatie een probleem. Dansen, dat was natuurlijk des duivels. Mijn ouders schaamden zich dat ik om die reden in het kamp had gezeten. Zolang ze leefden heb ik daarom nooit over Erika gesproken.’





Maar ook na de dood van zijn ouders bleef Berend zwijgen.

‘Mensen weten nog steeds niet wat voor kamp het was, ze weten niet wat zich daar heeft afgespeeld. En ze hebben er vaak ideeën over die niet kloppen. Ik heb geen zin om het steeds uit te leggen.’


















In Ommen is de geschiedenis van Kamp Erika ook nu nog gemakkelijk te missen. Er is een eenvoudig monumentje, een paar jaar geleden is dat zelfs vernieuwd, maar dat ligt op anderhalve kilometer van de plaats van het kamp verwijderd, verscholen in het bos. Je moet er toevallig langslopen om het te vinden.











Zelfs bij het toeristeninformatiepunt, waar folders te verkrijgen zijn van zowat elke bezienswaardigheid in en rondom Ommen, ligt geen informatie over Kamp Erika of over het monument. Ommen profileert zich bovenal als een toeristische trekpleister waar je heerlijk kan recreëren aan de rivier De Vecht.





In het streekmuseum is wel een bescheiden hoekje ingericht over het kamp. Maar een museum gewijd aan Kamp Erika is er niet, laat staan een herinneringscentrum.




Eén voorwerp dat in het museum ligt springt eruit: de vermeende knuppel van kampcommandant Lodewijk Diepgrond.











© OudOmmen.nl
Diepgrond hield ook na de oorlog een bijzondere band met Ommen. Na de bevrijding werd hij tot twintig jaar gevangenschap veroor­deeld, maar in 1957 kwam hij al vervroegd vrij. Toen gebeurde het onvoorstelbare: van alle plekken waar de voormalige kampcommandant kon gaan wonen, wees de reclassering hem een woning toe in Om­men, waar hij met zijn nieuwe vrouw en dochter tot 1963 bleef.

© Gemeentearchief Ommen 

Hij vestigde zich met zijn gezin in een woning vlakbij het centrum. ‘Diepgrond werkte buiten Ommen en kwam elke avond aan met de trein. Dan liep hij vanaf het station naar huis. Hij kon ge­woon door Ommen lopen zonder dat iemand hem wat aandeed. Hij was een trotse man. Hij liep met zijn borst vooruit, alsof niemand hem wat kon maken’, vertelt een Ommenaar daarover die een paar straten verderop woonde.

Ook de beruchte en uitzonderlijke gewelddadige bewaker Hendrik Cloo kwam na de oorlog in Ommen wonen, nadat hij in 1948 vrijkwam. En zo waren er waarschijnlijk nog meer. Oud-bewakers en oud-gevangen konden elkaar zomaar tegenkomen.

BEN
 WAGGEVELD


1923 - † 2020
Gevangen wegens werkzaamheden in het verzet
Ben die aan het eind van de oorlog gevangen zat in Kamp Erika wegens zijn werkzaamheden in het verzet, kreeg na de oorlog een baan aangeboden in Ommen. Ondanks zijn voornemen om daar nooit meer een stap te zetten, woonde hij in 1950 weer op de plek waar hij daarvoor alleen als gevangene was geweest.
‘Een aantal voormalige bewakers woonde toen ook in Ommen. We kwamen elkaar weleens tegen op straat. Dan liepen we met een bocht om elkaar heen. Een van hen woonde in het woonwagenkamp. Op hem was ik toen wel zo kwaad. Hij was een van de slechterikken uit het kamp.’


Mijn opa stond in 1958 op de camping in Ommen, zo staat achter op een vakantiefoto geschreven. Later huurde hij een seizoensplek op een camping niet ver buiten de gemeentegrens. 

Liep mijn opa, als hij boodschappen ging doen in de stad, de oud-bewakers Diepgrond of Cloo ook weleens tegen het lijf? Wat deed dat met hem? Zou ook hij snel de straat zijn overgestoken? 
In een mysterieuze kwitantie vond ik een aanwijzing dat mijn opa zelf als bewaker had gewerkt. Uiteindelijk bleek dit niet zo te zijn. Maar wat als je zelf ook dader wordt? Als je jezelf hebt laten meeslepen in het geweld? Kun je daar achteraf wél over praten?


















Na de bevrijding opende in heel Nederland de jacht op mensen die geheuld hadden met de Duitsers. 150 000 Nederlanders werden gearresteerd en opgesloten in kampen.











Al snel kwamen er berichten naar buiten dat er in deze kampen, vooral in de eerste maanden, op grote schaal misstanden voorkwamen. Gevangenen werden uitgehongerd, mishandeld en vernederd, soms met dodelijke afloop.








Ook Kamp Erika werd na de oorlog omgevormd tot interneringskamp voor collaborateurs. In deze periode werd de naam veranderd in Kamp Erica, met een c.





NSB-ers en collaborateurs aangehouden (locatie onbekend) © Nationaal Archief

HENDRIK JAN
APPERLOO


1924 - 2020
Gevangen wegens het ontduiken van de arbeidsinzet

In Kamp Erica werd een deel van de bewakers opgesloten die daar in de oorlog had gewerkt. Enkele oud-gevangenen kregen een baan aangeboden als bewaker.

De rollen werden letterlijk omgedraaid.

Ook Hendrik Jan Apperloo die aan het eind van de oorlog in Kamp Erika gevangen zat werd na de oorlog bewaker in Kamp Erica. Met zijn oud-bewakers als zijn gevangenen.
‘Officieel mochten we geen geweld gebruiken. Maar in de praktijk liep het vaak anders. Er werd regelmatig een gevangene meegenomen naar het bos en daar flink toegetakeld.’


Slechte hygiëne veroorzaakte in de zomer van 1945 een grote en zeer dodelijke tyfusuitbraak in Kamp Erica. De kampleiding deed weinig om de ziekte te bestrijden. Driehonderd gevangenen werden ziek en honderdtwintig stierven aan de ziekte.

Ook hierover werd na de oorlog gezwegen
Martin, een man uit de buurt van Ommen vertelt een veelzeggende anekdote. Zijn vader zat tijdens de oorlog in Kamp Erika.

‘Als kind hield hij altijd zijn rug voor ons verborgen. Wij mochten hem nooit met ontbloot bovenlijf zien. Op een dag zag ik hem naakt in de badkamer. Zijn rug zat vol littekens, het waren lange striemen, als van een zweep.’  

Zijn vaders kampverleden bleek extra pijnlijk toen Martin trouwde. Zijn eerste vrouw was een volle nicht van een van de beruchte kampbewakers. Op verjaardagen zaten ze allemaal bij elkaar in de kamer. De familie van de kampbewaker en die van de oud-gevangene.

‘De spanning was altijd om te snijden, maar over het verleden werd niet gesproken.’  
Slachtoffers en daders samen op een verjaardagsfeestje, kramp­achtig zwijgend over het verleden. Eigenlijk is dat precies wat er in heel Ommen speelde. Mensen hadden in de oorlog dingen meegemaakt, dingen gezien of misschien zelfs dingen gedaan, die daarna, toen het leven gewoon weer doorging, onvoorstelbaar waren.

Maar toch moest iedereen weer met elkaar verder.



Misschien is zwijgen over wat er gebeurd is of de geschiedenis een beetje vervormen, zodat die iets acceptabeler wordt en de scherpe randjes eraf gaan, dan wel de enige optie…

Dit is het vierde verhaal uit een serie beeldverhalen over de zoektocht naar de geschiedenis van het vrijwel vergeten Duitse concentratiekamp Erika.

Dit is tevens het laatste beeldverhaal over Kamp Erika. Hier lees je meer informatie over de geschiedenis van het kamp.

De beeldverhalen zijn verbonden met het boek Kamp Erika, het oorlogsverhaal van mijn opa en het Nederlandse kamp dat verzwegen werd (Atlas Contact 2023), door Hester den Boer.
Tekst, fotografie, video, audio en samenstelling beeldverhalen
   Hester den Boer (tenzij anders vermeld)

Video van Rikus van Heerde op de camping en bij hem thuis
   Wendy Oakes 

Dronebeelden
    Jan den Boer

Vormgeving
   Mischa Appel/HouseTMM

Conceptontwikkeling beeldverhalen
   Mischa Appel/HouseTMM, Hester den Boer, Heleen Peeters

Eindredactie beeldverhalen
    Heleen Peeters

Corrector
   Kevin van Vliet